De Grieksche wijsgeer Epicúrus (omstr. 300 v. C.) leerde, dat men de deugd moet liefhebben om het geluk, dat zij schenkt.
De hoogste wijsheid was een verstandige en matige bevrediging der lusten en het tegenblijde boodschap gaan van alles, wat een gevoel van onbehagelijkheid kon verwekken. Dit gaf aanleiding, dat zijn volgelingen in overdreven ijver hun hoogste levensgeluk in zinnelijk genot stelden, en zoo werd epicurist de klassieke naam voor: lekkerbek, en epicuristisch voor: weelderig, zinnelijk.