Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Vĭtĭōsē

betekenis & definitie

1. adv. eig., gebrekkig, v. se habere, in een gebrekkige toestand zijn, Cic.

2. adv. overdr., gebrekkig = verkeerd, v. concludere, Cic., illud vero idem Caecilius vitiosius (nog verkeerder), Cic.; in ’t bijz., met een fout in de vorm, tegen de auspiciën, ferre leges, Cic.

< >