Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Verbēna

betekenis & definitie

ae, f. gewl. plur. verbēnae, ārum, f. bladeren en takjes van laurier, olijfboom, mirt enz., door de fetialen, als zij een verbond sloten of voldoening vorderden, op het hoofd gedragen; evenzo door om hulp smekende priesters; en bij godsdienstige handelingen tot bekransen of voor reukoffers gebruikt.

< >