Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Trĭumphālis

betekenis & definitie

e, tot de triumf behorende, triumf-, corona, die de triumphator droeg, Liv., provincia, waarover een triumf gehouden wordt, Cic., porta, waardoor de triumphator Rome binnentrok, Cic., imagines, van mannen, die een triumf gehouden hebben, Hor., triumphalia omamenta en subst. alleen triumphalia, ium, n., eretekenen van een triumphator (corona aurea, toga picta, tunica palmata, scipio eburneus etc.), Tac., Vell., triumphalis vir en subst. alleen triumphalis, is, m., die een triumf gehouden heeft, triumphator, Vell., Quint., zo ook senex, Liv.

< >