1. tot de volkstribunen behorende, der volkstribunen, tribunicisch, potestas, Cic., collegium, Cic., comitia, voor de keuze der volkstribunen, Cic., leges, van de volkstribunen afkomstig, Cic., candidatus, voor het volkstribunaat, Cic.; subst., tribunicius, ii, m. een gewezen volkstribuun, Cic.
2. tot de krijgstribunen behorende, van een krijgstribuun, honos, Caes.