Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Tenŭo

betekenis & definitie

(1)

1. eig., dun-, zwak maken, verdunnen, verzwakken (poët.), dentem aratri, Ov.; se in undas (tot water), Ov. | in ’t bijz., mager maken, vermageren, armenta macie, Verg., corpus tenuatum, Hor.; vernauwen, vocis via est tenuata, Ov.
2. fig., verminderen, verzwakken, vires, Ov., famam, Ov.; verkleinen, verlagen, magna modis parvis, Hor.; (een teder lied) zingen, dichten, carmen, Prop.

< >