Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Strēnŭus

betekenis & definitie

eig., energiek, snel handelend, levendig, bedrijvig, ondernemend, wakker, vastberaden (dikwijls verbonden met fortis), bello, Nep., imperator in proeliis strenuus et fortis, Quint., c. gen., militiae, Tac., in ongunstige zin = woelziek, onrustig, absol., Tac., in perfidia, Tac.; overdr., van zaken: snel, snel werkend enz., navis, Ov., inertia, bezige lediggang, Hor.

< >