ae, f.
1. doorn; ook = doornstruik. | fig., poët., kwellende zorgen, hartstochten, spinas animo evellere, Hor.; spinae (spitsvondigheden) disserendi, Cic., partiendi et definiendi, spitsvondige indelingen en verklaringen, Cic
2. stekel (van het stekelvarken), ruggegraat, vand. (poët.) meton. = rug; graat (van een vis).