Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Sŏdālis

betekenis & definitie

1. adi., vriendschappelijk, kameraadschappelijk, turba, Ov.

2. subst., sodalis, is, m., kameraad, makker, boezemvriend, alcs, Ter., Cic.; poët., sodalis hiemis, van de Hebrus, Hor., sodalis Veneris (cratera), Hor. | in ’t bijz., disgenoot, in slechte zin = drinkebroer; lid van een broederschap, - vereniging, sibi in Lupercis sodalem esse, Cic., in slechte zin = medeplichtige, handlanger (inz. tot het kopen van stemmen, bij samenzweringen enz.).

< >