1. rond; vand. mutat quadrata rotundis, maakt rond, wat vierkant was, d. i. keert het onderste boven, Hor.
2. overdr., afgerond, volkomen (van de wijze, die in zichzelf, niet buiten zich, zijn geluk zoekt), teres atque rotundus, Hor.; (van de stijl), (mooi) afgerond.