Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Rĕtrăho

betekenis & definitie

traxi, tractum (3);

I. a. terugtrekken, manum, Cic., pedem, Verg., Hannibalem in Africam, Cic., se ab ictu, Ov.; in ’t bijz., (een vluchteling) terugslepen, -brengen, alqm, Cic., Caes., en zo schertsend, ad se argentum fugitivum, Ter. | overdr., terugtrekken, afhouden, consules a foedere, Cic., reddend, ab interitu, Nep.; achterhouden, alqd, Liv.; se, zich (van deelneming enz.) terugtrekken, Cic.; (van een getal) aftrekken, schrappen.
b. weer -, opnieuw trekken, - slepen, ad eosdem cruciatus, Tac., Treveros in arma, Tac. | overdr., alqm ad societatem Romanam, Tac.; weer te voorschijn halen, - trekken, oblitterata aerarii nomina, weer aan het licht brengen, Tac.

II. ergens heentrekken, imaginem nocturnae quietis ad spem haud dubiam, uitleggen, verklaren als enz., Tac.; (in een toestand) brengen, in odium iudicis, gehaat maken bij de rechter, Cic.

< >