Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Rĕsisto

betekenis & definitie

stĭti, stĭtum (3);

1. (in een toestand van rust) blijven, blijven staan, wachten, ibi, Caes., Romae, Cic., in regno, Caes. | (na een beweging) stilstaan, ophouden, blijven staan, een stelling innemen, weer vaste voet krijgen (eig. en overdr.), absol., Ter., Caes., extra fores, Cic., cum alqo (nl. om met hem te spreken), Cic.; overdr., in hoc, Cic.
2. zich tegenoverstellen, - verzetten, zich te weer stellen (eig. en overdr.), absol., Nep., alci, Caes., en (overdr.) alci rei of contra alqd, Cic., ad alqd, Caes., m. ne etc., b.v. restitit, ne statua poneretur, Nep.

< >