ōnis, f.
1. het zoeken, cave fuas mihi in quaestione, pas op dat ik u niet moet zoeken, Pl.
2. ondervraging, vraag, navorsing, captivorum, Liv., magna quaestio est (m. afh. vraag), Cic., in quaestionem vocare, onderzoeken, Cic.; meton., punt van onderzoek, stof, strijdpunt, thema, de natura deorum, Cic., ook = hoofdpunt van een twistzaak. | in ’t bijz., een publiek, gerechtelijk (soms met de pijnbank verbonden) onderzoek, vand. soms ook = foltering, quaestionem habere alcs rei, Cic., of de alqa re, Cic., de of ex alqo, Cic., Liv., de alqo in alqm, Cic., quaestionem inter sicarios exercere, een onderzoek wegens sluipmoord instellen, Cic., servos in quaestionem dare, offerre, Cic., quaestionem facere alci, Liv., quaestiones perpetuae, blijvende criminele rechtbanken (onder voorzitterschap van de praetor, sedert 149 v. C.), Cic., iudex quaestionis, de opperrechter, die het onderzoek onder toezicht van de praetor leidde, Cic.; meton., de akte van onderzoek, ficta, Cic., ook = het gerecht, de rechters, Val. Max.