vălŭi (2);
1. (physiek) zeer krachtig, - sterk zijn, gewl. part. praevalens = zeer krachtig, - sterk, iuvenis, Liv., c. abl. (aan), praevalens corpore, van grote lichaamskracht, Vell.
2. overdr., (in betekenis, aanzien, macht) overtreffen, de overhand behouden, meer vermogen of waard zijn, de voorrang hebben, bij stemmingen enz. = de meerderheid krijgen, part. praevalens = overwegend, zeer machtig, praevalens populus, Liv., praevaluit Gotarzes, Tac., c. abl. (door, in), pugnā equestri, Tac., atrocitate criminis, Tac., c. abl. (dan), virtute semper praevalet sapientia, vermag meer dan de deugd, Phaedr., m. ut etc., auctoritas Cluvii praevaluit (was van zulk een overwicht), ut etc., Tac.