Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Praedico

betekenis & definitie

I. praedĭco

(1); 1. (van de praeco) openlijk uitroepen, - verkondigen, alqd. PI., m. acc. c. inf., Cic.

2. overdr., (openlijk, luid) bekend maken, uitspreken, verklaren, alqd, Caes., m. acc. c. inf., Cic. | praegn., roemend verkondigen, met lof vermelden, alqd, Cic., de alqa re, Caes., alqm liberatorem patriae (als enz.), Nep., m. acc. c. inf., Caes.

II. praedīco

dixi, dictum (3);

1. vooraf zeggen.
2. in ’t bijz., voorspellen, futura, Cic., m. acc. c. inf., Cic., Nep. | kort te voren vermelden, vooral in het part. praedictus = boven vermeld, - genoemd, Liv. | aanwijzen, vaststellen, diem, Tac. ; bevelen, waarschuwen, aanraden, m. ut of ut ne of ne etc., Cic., Nep., Tac.

< >