Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Pondŭs

betekenis & definitie

dĕris, n.

1. eig., gewicht (waarmee men weegt); pond. | overdr., in abstr., gewicht, zwaarte, magni ponderis saxa, Caes., moveri gravitate et pondere, Cic., ook = zwaartekracht, evenwicht, extra pondus, Cic., trans pondera (corporis) porrigere dextram, Hor.; in concr. = een zwaar lichaam, massa, last, in terram feruntur omnia pondera, Cic., vand. poët. van de lichaamsvrucht, ook = massa, menigte, som, magnum p. argenti, Caes.
2. fig., gewicht, nadruk, indruk, aanzien, Vitter ae maximi apud me sunt ponderis, Cic.; ernst, standvastigheid, vastheid van karakter, nulla diu femina pondus habet, Prop.; inz. gewicht (van woorden en gedachten), omnium verborum pondera, Cic., pondera rerum ipsa, louter de gewichtigste gronden, Cic. | (in slechte zin), last, pondera amara senectae, Ov.

< >