Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Pignŭs

betekenis & definitie

nŏris en nĕris, n.

1. eig., pand, onderpand, pignori opponere agrum, verpanden, Ter., pignori accipere, hypotheek geven op iets, Tac., pignora capere, Liv., of auferre, Cic. (als dwangmiddel, om de senatoren tot bijwoning van de senaat te dwingen enz.), pignoribus cogere senatores, Cic. | in ’t bijz., gijzelaar, sine pignore, Liv., pignora marium, mannelijke gijzelaars

< >