(pervorto), verti (vorti), versum (vorsum) (3);
1. eig., omverwerpen, neerwerpen, tecta, Cic., perversae rupes, Liv.
2. overdr., geheel omverwerpen, - opheffen, vernietigen, te gronde richten, verderven, amicitiam, iura, Cic., mores, Nep., civitatem, Nep.; de voet lichten, doen vallen, alqm, Cic.