Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Perspĭcĭo

betekenis & definitie

spexi, spectrum (3);

1. intr., ergens met de blik doordringen, quo non mode non intrari, sed ne perspici quidem posset, Caes.
2. trans., met de blik doordringen tot enz., duidelijk zien, alqd, Liv. | (onderzoekend) in ogenschouw nemen, bezichtigen, nazien, domum alcs, Cic., opus, Cic., qui perspicerent, quid ageretur, Cic.; doorzien, -lezen, epistolae, Cic. | overdr., doorzien, leren kennen, bemerken, waarnemen, rem, Cic., animos regum, Cic., se, Cic., alqd coniecturā, raden, Cic., m. acc. c. inf., Cic., in het pass. m. nom. c. inf., Cic., m. afh. vraag, Cic.

< >