Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Parco

betekenis & definitie

pĕperci (minder vaak parsi), parcĭtum en parsuin (3);

1. (iets) sparen, (met iets) spaarzaam zijn of omgaan, (in iets) karig zijn, alci rei, Liv., alqd ald (voor iemd), Verg.
2. overdr., (iets of iemd) sparen, ontzien, verschonen, alci rei, Cic., sibi, Caes. | staken, zich hoeden voor, labori, Cic., lamentis, Verg., c. inf., Liv.; zich onthouden van, zich matigen in, c. dat., paree metu, vrees niet, Verg., auxilio, van de aangeboden hulp geen gebruik maken, Cic., luminibus, ergens niet heen zien, Ov., a caedibus, Liv.

< >