i, n.
1. uitrusting, vand. plur. ook = zaken ter uitrusting, vereisten, behoeften, middelen.
2. praegn., sieraad, tooi, versiering, plur. = kostbaarheden, kunstwerken; in ‘t bijz., schoonheden (van de rede). | onderscheiding, glans, eer.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: