Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Nuncŭpo

betekenis & definitie

1. in ’t alg., noemen, een naam geven, alqd nomine dei, Cic., quae essent linguā nuncupata, met name genoemd, Cic.

2. in ’t bijz., (plechtig en openlijk) uitspreken, afkondigen, vota, Cic.; pro rostris adoptionem, Tac. | (in tegenwoordigheid van getuigen tot erfgenaam) benoemen, heredem, Tac., Suet. | uitroepen -, benoemen tot enz., alqam reginam, Iust.

< >