adv.
1. om te zwijgen van, laat staan dat, (na een negatie) = veel minder, in het geheel niet, absol., Cic., m. coni., Cic., m. ut c. coni., Liv.; (na affirmatieve zinnen) = des te meer.
2. (aan het begin van de zin) ik wil niet zeggen = niet alleen.