pŏlis, ace. pŏlim, ahl. pŏli, f.
1. een wijk van Syracuse.
2. beroemde zeestad in Campanië aan de Westelijke helling van de Vesuvius, tegenw. Napels.
Daarv. Nĕāpŏlĭtānus, Neapolitaans; plur. suhst., Nĕāpŏlĭtāni, ōrum, m. de inw. van N., de Neapolitanen.
Nĕāpŏlĭtānum, i, n. landgoed hij Napels, zoals dat van Atticus, van Lucullus e. a.
3. stad in Zeugitana, tegenw. Nabal.