1. tot de vrouw behorende, vrouwelijk, vrouwen-, wegens -, voor een vrouw. | subst., muliebria, ĭum, n. vrouwelijk schaamdeel, Tac.; vrouwelijke dingen, muliebria poli, zich als vrouw (vrouwen) laten gebruiken, Sall., Tac.
2. overdr., verwijfd, onmannelijk.