ĭvi en ĭi, ītum (4);
1. eig., loeien (van runderen); vand. poet., mugientes, runderen, Hor.
2. overdr., brullen, dreunen, kraken, bruisen, schetteren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: