Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Mensa

betekenis & definitie

ae, f. tafel, eettafel, mensam auferre, Pl., of tollere, Cic., of movere, removere, Verg., de tafel wegdragen, afnemen = de maaltijd beëindigen. | meton., dis, tafel = eten, spijzen, ook = gerecht, vand. m. secunda, nagerecht, ooft enz. (waarbij veel gedronken werd), Cic., Nep.; wisseltafel, -bank, publica, publieke bank, Cic.; offertafel, altaar.

< >