ae, f.
I. a. gedachtenis, aandenken, herinnering, post hominum memoriam, sedert mensenheugenis, Cic., alcs rei memoriam deponere, iets vergeten, Caes., m. alcs rei excidit of abiit of abolevit, iets is vergeten, Liv., memoriam prodere, Cic., Nep., of tradere, Liv., berichten; in ‘t bijz., bewustzijn, sceleris, Tac. | de gedachte (aan iets toekomstigs), periculi, Liv., belli inferendi, Liv. | meton., hetgeen men zich herinnert, (verleden en tegenwoordige) tijd, philosophi huius memoriae, Cic., usque ad nostram memoriam, Cic., avorum memoria, Liv., in omni memoria, Cic., pueritiae memoriam repetere, Cic.; gebeurtenis, voorval veteris cuiusdam memoriae recordatio, Cic.
b. overdr., overlevering, bericht, verhaal, geschiedenis, alqd prodere memoria, mondeling, Caes., memoria ae litteris, mondeling en schriftelijk, Cic., de Magonis interitu duplex m. prodita est, Nep.
II. praegn., geheugen, herinneringsvermogen, memoriā comprehendere of complecti of tenere alqd, in het geheugen houden, Cic., deponere alqd ex memoria, vergeten, Cic., cedere of excedere of fugere memoria, Liv., ex memoria exponere, uit het hoofd, Cic. | gedachteniskapel.
