Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Lătĭum

betekenis & definitie

ĭi, n. landschap in Italië, tussen de Tiber en Campanië, met de wereldstad Rome, het tegenw. Campagna di Roma en een deel der Terra di Lavoro; meton., = de Latijnen, ius Latii, het Latijnse recht; ook alleen Latium = ius Latii of Latinitas(zie beneden).

Daarv. Lătĭus, tot Latium behorende, Latijns, poët. = Romeins. | Latīnus, tot L. behorende, Latijns, feriae Latinae of enkel Latinae, de Latijnse feesten, het bondsfeest der Latijnen, waarbij aan Iuppiter Latialis op de Albaanse berg geofferd werd, Liv.; subst., Lătīnus, i, m. bewoner van L., en Lătīni, ōrum, m. de Latijnen, d. i. = de inw. van Latium, of = zij, die het ius Latii (zie Latinitas) hadden, vand. Flavia Latinae condicionis, die de rechten van een Latijnse, niet van een Romeinse vrouw heeft, Suet.; adv. Lătīnē, Latijns, loqui, Latijn spreken, zowel in ‘t alg. = in de Latijnse taal spreken, Liv., als in ‘t bijz. = elegant -, goed -, mooi (Latijn) spreken, Cic., en = rondborstig -, zonder omwegen spreken, Cic. | Lătīnĭensis, e, Latijns; subst., Lătīnĭenses, ĭum, m. de Latijnen. | Lătīnĭtās, ātis, f., de Latijnse taal; het Latijnse recht, ook ius Latii genaamd, dat de betrekkingen tussen Romeinen en Latijnen regelde. | Lătĭālis, e, tot L. behorende, Latijns. | Lătĭāris, e, Latijns, Iuppiter, als hoofd van de Latijnse bond, aan wie door de Romeinen en Latijnen gemeenschappelijk op de mons Albanus geofferd werd; daarv. Lătĭăr, āris, n., een feest van Iuppiter Latiaris.

< >