Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Laetor

betekenis & definitie

dep. (1), (bij of over iets) zich verheugen, vreugde ondervinden, bij dichters en in het proza na Augustus ook = pleizier in iets vinden, alqa re, of de alqa re, over iets, Cic., in alqa re, bij iets, Cic., in hoc, quod etc., erover dat enz., Cic., ook met een algemene acc. van een pron. neutr., wegens of over enz., b.v. utrumque, Cic., zelden met een bepaalde accus., b.v. casum alcs, Sall., m. acc. c. inf., Cic., absol., Cic.

< >