ae, f.
1. ongewoonheid, fori, Cic., rerum secundarum, ongewoon geluk, Cic.
2. (in de rede) het ongewone, opvallende, overdrevene, geaffecteerde. | (van gedrag) het overdrevene, overdrijving, b.v. in uitgaven en dgl.; laatdunkendheid, driestheid, onbeschaamdheid, overmoed.