Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Infestus

betekenis & definitie

1. act., aanvallend, lastig vallend, verontrustend, offensief, vijandig, gevaarlijk, verderfelijk, dreigend, (van personen) regi infesta plebes erat, Sall.; (van zaken) infestis signis, in aanvalskolonnen, Caes., hastā infestā, met gevelde lans, Liv., Verg., infestis cuspidibus, Cic., infestis pilis, met gezwaaide of tot de worp gereed gehouden speren, Caes.

2. pass., aan aanvallen blootstaande, onveilig, verontrust, bedreigd, alqd infestum facere, efficere of reddere, Liv., ook habere, Cic., onveilig maken.

< >