e
1. (van personen) onleerzaam, moeilijk iets lerend of een leer aannemend, poët. meton., onwetend, onkundig, onervaren, ook = onbeschaafd, ruw. | (van zaken) wat niet geleerd kan worden, onleerbaar.
2. poët., niet geleerd = natuurlijk, ongekunsteld, kunsteloos.