ātis, f.
1. onwaardigheid (van een persoon), onwaardig -, stuitend karakter of gedrag; het onwaardige, stuitende (van een daad of behandeling), vand. ook de onwaardige behandeling, - toestand, achteruitzetting.
2. meton., (uit een onwaardige behandeling voortspruitende) toorn, wrevel, verontwaardiging.