ōnis, f.
1. nijging, buiging, het bukken. | overdr., heffing en daling (van de stem), afwisseling; omkeer, wending.
2. overhelling. | overdr., neiging, geneigdheid.
Gepubliceerd op 14-02-2022
betekenis & definitie
ōnis, f.
1. nijging, buiging, het bukken. | overdr., heffing en daling (van de stem), afwisseling; omkeer, wending.
2. overhelling. | overdr., neiging, geneigdheid.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: