ātis, f.
1. buitengewone grootte.
2. ontzettendheid; onmenselijkheid, woestheid, ruwe stompzinnigheid, dierlijke gevoelloosheid, immanitas ista verborum, ongehoorde nieuwigheid in het spraakgebruik, Cic.
Gepubliceerd op 14-02-2022
betekenis & definitie
ātis, f.
1. buitengewone grootte.
2. ontzettendheid; onmenselijkheid, woestheid, ruwe stompzinnigheid, dierlijke gevoelloosheid, immanitas ista verborum, ongehoorde nieuwigheid in het spraakgebruik, Cic.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: