ēi, f.
1. het buiten de oevers treden, overstroming.
2. meton., het overstromende water; (door de regen) drassig gemaakte plaatsen; slib, vuil, ook als scheldwoord = vuilik.
Gepubliceerd op 14-02-2022
betekenis & definitie
ēi, f.
1. het buiten de oevers treden, overstroming.
2. meton., het overstromende water; (door de regen) drassig gemaakte plaatsen; slib, vuil, ook als scheldwoord = vuilik.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: