Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Hūmĭlis

betekenis & definitie

1. eig., laag, klein, nietig; (van plaatsen) laag gelegen; ook = ondiep.

2. overdr., van personen: (van stand enz.) laag geplaatst, (van macht enz.) onbeduidend, zwak, onaanzienlijk; van zaken: laag, gering, alledaags, gemeen. | (van stemming) neerslachtig; onderworpen, deemoedig; kruipend, slaafs; zonder hogere vlucht, plat, ordinair.

< >