Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Flecto

betekenis & definitie

flexi, flexum (3);

1. trans., buigen, ombuigen, krommen, iter suum of viam, een andere weg nemen, van de weg afwijken, Nep., Liv.; overdr., moduleren, vocem, Cic., flexus sonus, moltoon, Cic., ook = veranderen, en = anders stemmen, vermurwen. | sturen, richten, wenden, equos, Caes., acies (= oculos), Verg., mediaal, flecti in gyrum, in een kring rondvliegen, Ov.; overdr., doen slaan op, versus in alqm, Tac.; ook = afbrengen van, a studio, Cic. | omzeilen, promunturium, Cic.
2. intr., zich wenden (eig. en overdr.).

< >