gessi, gestum (3);
1. eig., uit-, wegvoeren, -dragen, -brengen, (van de Aetna enz.) uitwerpen. | in ’t bijz., (met geweld, als roof) wegvoeren; (uit het lichaam) uitwerpen, -spuwen, opgeven; praegn., ledig maken, Dorica castra, Prop.
2. overdr., lacrimis egeritur dolor, wordt uitgestort, Ov.; (klachten) slaken. | (een tijd) doorbrengen.