Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Dissĭpo

betekenis & definitie

(dissŭpo) (1);

1. verstrooien, uitbreiden, verbreiden, verdelen, aliud alio, Cic., dissipari rivis, zich in beken verdelen (van water), Liv. | overdr., verbreiden, uitstrooien, discordiam, Cic., sermonem, famam, Cic.
2. met geweld uiteenwerpen, verspreiden, verstrooien; praegn., verwoesten, verbrijzelen, (geld enz.) doorbrengen. | overdr., verdrijven, curas edaces, Hor.

< >