Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Dīmŏvĕo

betekenis & definitie

mōvi, mōtum (2), uit elkander -, op zij weg bewegen

1. (iets) uiteenschuiven, splitsen, enz., parietes, Tac., aquam corpore, doorklieven, Ov., terram aratro, doorploegen, Verg., cinerem, doorwoelen, Ov., rauca ora talibus sonis, openen, Ov.
2. (iets of iemd van iets of iemd scheidend) terzijde schuiven of zetten, wegbrengen, verwijderen. | overdr., afkerig -, afvallig maken, equites Romanos a plebe, Sall., fide socios, Liv.

< >