Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Dictum

betekenis & definitie

i, n.

1. in ’t alg., gezegde, uiting, woord, dicta testium, verklaringen, Cic., dicta tristia, klachten, Ov., haec ubi dicta dedit, toen hij dit gezegd had, Verg., Liv., mutua dicta reddere, een gesprek met elkaar voeren, Liv.
2. in ’t bijz., spreuk, uitspraak; praegn., geestigheid; bevel; belofte; welsprekendheid.

< >