Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Despondĕo

betekenis & definitie

spondi, sponsum (2);

1. formeel beloven, toezeggen, waarborgen, sibi alqd, iets voor zich bedingen, Cic.; in ’t bijz., (een meisje als bruid) verloven, filiam alci, Cic., en zo alqam sibi, zich met iemd verloven, Cael. bij Cic.; pass. onpersoonlijk, intus despondebitur, zal verloving gehouden worden, Ter. | praegn., door borg te blijven verspelen (woordenspel met spondeo), Pl.
2. overdr., in ’t alg., spes despondetur anno consulatus tui, d.i. men stelt zijn hoop op enz., Cic. | in ’t bijz., opgeven, animos, moedeloos worden, vertwijfelen, Liv.

< >