Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Dēnuntĭo

betekenis & definitie

(1)

1. aankondigen, bekend maken, melden, verklaren, doen weten, het bevel geven of doen toekomen, de eis stellen, de bedreiging uiten, met iets dreigen, proscriptionem, Cic., alci mortem, Cic.
2. in ’t bijz., bellum, oorlog aankondigen, met oorlog dreigen, Cic. | als rechtsterm, (van de klager) alci testimonium denuntiare, aan iemd het afleggen van getuigenis aanzeggen, hem daartoe oproepen, Cic., evenzo testibus denuntiare, de getuigen aanzeggen (nl. getuigenis af te leggen), Cic.; voorlopig kennis geven (dat men na een zekere termijn tegen iemd een aanklacht wil indienen), de alqa re, Cic.; denuntiare in iudicium, zijn getuigen, vrienden verzoeken op de bepaalde tijd voor het gerecht bijstand te verlenen, Cic., doch iudici denuntiare = de rechter melden, dat de klager van zijn aanklacht afziet, Cic.; (iets toekomstigs) aankondigen, dreigend verkondigen.

< >