Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Dănăus

betekenis & definitie

i, m. zoon van Belus, broer van Aegyptus, vader van vijftig dochters, stichter van Argos.

Daarv. Dănăus, tot Danaus behorende, vand. bij dichters meton. = Argivisch of Grieks; vooral plur. subst., Dănăi, ōrum, m., de Danaërs = de Argiven of Grieken.

< >