1. ae, f. in ’t alg., wacht, bewaking, contrôle, hoede, opzicht, soms ook = veiligheidsmaatregel; (van militairen) wacht, bewaking, het op wacht (schildwacht) staan, het wacht houden. | meton., = de op wacht staande personen, wachtpost (ook douanepost), schildwacht, lijfwacht, bezetting, sing. collectief (slechts bij dichters van één persoon), gewl. plur.; standplaats van de wacht, wachtpost.
2. in ’t bijz., hechtenis, ook concr. = gevangenis, libera, huisarrest, Sall., Liv., publica, staatsgevangenis, Cic. | meton., = de gekerkerden, gevangenen.