vălūi (3);
1. krachtiger-, sterker worden, krachtig opgroeien; (van vuur) opvlammen, de overhand nemen. | overdr., in macht toenemen, groeien, de overhand krijgen; kracht krijgen, testamentum convatesit, Cic.
2. aansterken, gezond worden, genezen; overdr., zich herstellen, tot zich zelf komen.