Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 16-11-2021

constantĭa

betekenis & definitie

ae, f.

1. eig., vaste houding, vastheid; bestendigheid, bestendige -, regelmatige beweging, b.v. van de sterren.
2. overdr., (van toestanden enz.) vastheid, bestendigheid, duurzaamheid, vand. ook (van beloften enz.) vertrouwbaarheid; en verder = overeenstemming, consequentie. | (van denk- en handelwijze) vastheid, vast karakter, consequentie, standvastigheid.

< >