1. (1), (van spiro), eensgezind zijn, overeenstemmen, in overeenstemming-, in verstandhouding handelen, samenwerken, (van muziekinstrumenten) te gelijk klinken. | in ongunstige zin = samenzweren; part. perf. pass. subst., conspirati, ōrum, m. samenzweerders, Suet.
2. (1), (van spira), ineenkronkelen.